DE SLEUTEL TOT SUCCES

Volgens Sander is het altijd belangrijk om jezelf continu te verbeteren, als individu en als team. Elke dag een beetje beter is dan ook zijn motto, wat hij probeert over te dragen binnen zijn teams. Een belangrijk punt als het gaat om leervermogen is data. ‘In de toekomst zie ik vooral dat het gebruik van data steeds belangrijker wordt binnen fabrieken, oftewel industrie 4.0 of welk buzzword je eraan wilt verbinden. Welke data is er al in het proces aanwezig en waar kan je analyses opdoen? Kun je daarmee vroegtijdig uitval signaleren? Ik verwacht dat dit op onderhoudsgebied ook nog wel een vlucht gaat krijgen. Maar je hebt wel mensen nodig die aan de data ook daadwerkelijk conclusies kunnen verbinden, anders is het op zichzelf staande data, zonder gerichte acties die eruit voort dienen te komen. Belangrijk is dat je dit specialisme in huis haalt. Zo krijg je hier meer grip op richting de toekomst. Maar daarnaast is het vooral belangrijk dat je het als team, samen goed wilt doen. Elkaar niet straffen op wat fout gaat, maar leren van fouten en daarbij focussen op wat kunnen we als team leren en hoe kunnen we zaken voorkomen. Het is daarbij erg belangrijk om naar je mensen te luisteren als leidinggevende. Zij weten het vaak beter dan jij. Dat is voor mij altijd nog de sleutel tot succes.’

SAMENWERKING MET OPERATORS

Een goede samenwerking met de operators is daarin heel belangrijk. ‘Operators kijken waar risico’s te zien zijn voor de opstart. Ook vragen we de operators om te checken of wij het goed hebben gedaan en daar waar mogelijk proberen we dus bepaalde delen van de machine ook al uit voordat we daadwerkelijk gaan opstarten. Je bent heel erg van elkaar afhankelijk. De operator levert de machine op waarna wij aan de slag kunnen. Op het moment dat zij dat niet goed doen, dan beginnen we al met een vertraging aan het begin van de stop.’

AFWIJKINGEN VERKLEINEN

Door die continue loop van verbeteringen in te brengen, hebben Sander en zijn team gezien dat ze hun ‘uitlooptijd’ minimaal kunnen houden. ‘In het verleden was het weleens zo dat we om 22.00 uur weer zouden opstarten en dat werd dan 00.00 of 02.00 uur. We zijn het afgelopen jaar in staat geweest om die afwijking heel klein te houden. Uitgedrukt in percentages, zijn we van 75% in 2021 naar 92% in 2022 gegaan. 100% betekent dat als je 10 uur gepland hebt en je ook 10 uur nodig hebt gehad, dus als je 11 uur nodig hebt gehad waar je 10 uur gepland had, zit je op 90%. Een enorme verbetering, waar we erg blij mee zijn.’

CONTINU VERBETERINGEN ANALYSEREN

Het is dan ook, doordat het onderhoud zo omvangrijk is, cruciaal dat de onderhoudsdienst zorgt dat zij goede kwaliteit van werk leveren, geeft Sander aan. ‘Daar zoeken we ook externe partners bij. We proberen zoveel mogelijk met dezelfde club mensen te werken, zodat zij ook een routine ontwikkelen in bepaalde klussen en veel beter kwaliteit kunnen leveren. Verder kijken we heel goed naar de risicoklussen. Van tevoren hebben we elke week een stopbespreking naar die definitieve stop toe om de moeilijke dingen te bespreken en aandacht te geven aan wat er mis kan gaan. We analyseren na elke stop wat we goed vonden en wat voor verbetering vatbaar is en verwerken deze bevindingen weer in de voorbereiding van de volgende stop.’

PERFORMANCE HOOGHOUDEN

Het doel van Sander en zijn team is om de performance continu hoog te houden. ‘We hebben als doel om maximaal 1,5 tot 2,5% productietijd te verliezen over het jaar heen, ongepland. Daarnaast hebben we ongeveer 3% geplande stilstand, de stops dus. Het is onze taak om in de periode dat we gepland stilstaan zoveel mogelijk onderhoud uit te voeren. Naast het noodzakelijke correctieve planbare onderhoud en natuurlijk ook het preventieve onderhoud wat tussentijdse stilstand moet voorkomen. We doen er alles aan om in de tussenliggende periode niet ongepland stil te komen staan.’

GEPLANDE STOPS

De machines staan eens in de zoveel weken stil, omdat dan de bespanning van de machine wordt vervangen door de productie collega’s. Dit noemt Smurfit Kappa Parenco geplande stops. ‘In deze geplande stops met een duur van tussen de 12 en 22 uur, maken wij gebruik van de tijd om noodzakelijk onderhoud te plegen voor de machines. Na deze dag gepland onderhoud moeten de machines weer zes tot acht weken draaien en daarna krijgen ze in principe weer één dag onderhoud. Dat is de cyclus van preventief onderhoud voor ons. In de tussentijd blijft de machine draaien en hebben we alleen maar onderhoud tijdens bedrijf. Dit zijn vooral inspecties om stilstanden in die tussenliggende periode te voorkomen. Alle klussen die we in die periode tegenkomen verzamelen we voor de stop. Daar lopen die vijftig techneuten voor. Op het moment dat wij een stop hebben, huren we gemiddeld tussen de 100 en 150 man per dag in. We pakken dan gemiddeld tussen de drie- en vierhonderd klussen op.’

100 METER LANGE PAPIERMACHINE

Dat de technische dienst bestaat uit zoveel mensen is noodzakelijk, geeft Sander aan. 
‘Dat komt voornamelijk door de grootte van onze machines. Daar is letterlijk een gebouw omheen gebouwd. De machines zijn ongeveer 20 meter hoog en 15 meter breed en de papierbaan zelf is 8,5 meter breed. Ook zijn ze 100 meter lang. We spreken dan puur over de papiermachines. Dit is nog niet eens hetgeen wat je nodig hebt om pulp te maken waar je vervolgens weer papier van maakt. Het complete terrein is ongeveer 40 hectare groot en bestaat uit meerdere gebouwen en wegen. Onze techneuten hebben ook een fiets om over het terrein heen te kunnen bewegen. We hebben een eigen verkeersnet met allerlei straten op ons terrein, dus het is best groot hier.’